Cookies

We gebruiken cookies zodat deze site goed werkt. Klik op 'Ja' om alle cookies te accepteren. Dan kunt u ook video's zien. Meer weten of uw instellingen aanpassen? Ga naar privacy en cookies.

Direct naar content

Bestuur

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht is een van de 21 waterschappen in Nederland. Hoe werkt het bestuur? Wat zijn onze taken en verantwoordelijkheden? En wat brengt de toekomst?

Waterschappen zijn decentrale overheidsorganisaties. Net als provincies en gemeenten. Dat betekent dat elk waterschap zorgt voor het waterbeheer in hun gebied. Om die taak uit te kunnen voeren halen ze waterschapsbelasting op.

Organisatie

Het waterschap heeft twee besturen: een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur.

Algemeen bestuur

Het algemeen bestuur heeft 30 leden. 23 leden worden gekozen bij de waterschapsverkiezingen. Deze verkiezingen vinden iedere 4 jaar plaats.

7 leden van het algemeen bestuur hebben een vaste zetel, die we ‘geborgde zetel’ noemen. Zij worden dus niet gekozen via landelijke verkiezingen, maar door de organisaties die zij vertegenwoordigen.

  • 3 zetels voor bedrijven
  • 3 zetels voor boeren
  • 1 zetel voor natuurorganisaties

Het algemeen bestuur kiest het dagelijks bestuur.

Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur bestaat nu uit 4 leden. De partijen van het dagelijks bestuur vormen een coalitie. Die coalitie maakt een plan voor de komende 4 jaar. Het dagelijks bestuur bereidt het beleid voor en is verantwoordelijk voor de uitvoering.

Dijkgraaf

Dijkgraaf Gerhard van den Top is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. De dijkgraaf wordt iedere 6 jaar benoemd.

Waternet

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht voert haar taken niet zelf uit. Dat doet Stichting Waternet, de samenwerkende organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam. Onze dijkgraaf zit samen met de wethouder Water van de gemeente in het Stichtingsbestuur.

De samenwerking tussen ons waterschap en de gemeente Amsterdam biedt vele voordelen. Zo kunnen we samen werken aan:

  • het opnieuw gebruiken van grondstoffen
  • klimaatneutraal werken
  • vernieuwende projecten
  • kosten besparen

Verantwoordelijkheden algemeen bestuur

Het algemeen bestuur is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van onze taken. En voor onze keuzes voor de toekomst. Het algemeen bestuur bepaalt ook hoe we het beleid uitvoeren. Zo beslist het algemeen bestuur over de begroting. Het algemeen bestuur vergadert meestal twee keer per maand.

Rekenkamercommissie

Het algemeen bestuur controleert of het dagelijks bestuur onze taken goed uitvoert. Een ‘rekenkamercommissie’ helpt het algemeen bestuur daarbij. Dat doen ze door onderzoek te doen naar het beleid van het waterschap. De commissieleden zijn onafhankelijk. Ze bepalen zelf welke onderwerpen ze willen onderzoeken, en hoe ze dat doen. Zo houdt het bestuur van het waterschap zichzelf scherp.

Commissie van advies

De 'commissie van advies' bereidt de besluitvorming door het algemeen bestuur voor. In deze vergadering kijken de leden of voorstellen juist zijn, zodat het algemeen bestuur er over kan beslissen. Er kunnen aanvullende vragen worden gesteld. En het dagelijks bestuur kan onderwerpen voorleggen aan de commissie, om te kijken of het dagelijks bestuur in de uitvoering op de goede weg zit. Tot slot kunnen bestuursleden in deze vergadering in gesprek gaan met bewoners die mee willen praten over de agendaonderwerpen.

Wat doet een lid van het algemeen bestuur?

Een bestuurder van het waterschap kijkt vooruit. En ontwikkelt een eigen visie. Het gaat daarbij niet alleen om de belangrijkste taken van ons waterschap, maar ook om een visie op:

  • De rol van water in de omgeving waarin we wonen en werken
  • De positie en rol van het waterschap in het bestuurlijke en maatschappelijke landschap van Nederland
  • De samenwerking met overheden en andere organisaties

Een lid van het algemeen bestuur:

  • Besluit over de toekomst van het waterbeheer
  • Besluit over het uitvoeren van de taken van het waterschap
  • Bepaalt wat we wel en niet gaan doen
  • Controleert het dagelijks bestuur

Dat alles doet een lid van het algemeen bestuur in opdracht van de bewoners van het gebied. Want die hebben het algemeen bestuur tenslotte gekozen.

Vragen voor de toekomst

Veranderende omgeving

De samenleving verandert. En dus verandert het bestuur mee. Een waterschap kan bijna geen beslissing meer nemen zonder daarin samen te werken met andere organisaties. Ook zijn er steeds meer bewoners die zelf met plannen komen en het waterschap vragen daaraan mee te werken. Dat betekent iets voor de besluitvorming van het waterschap.

Landelijke samenwerking

In het Interbestuurlijk programma (U verlaat deze site) zijn afspraken gemaakt tussen overheden. Die gaan over grote maatschappelijke opgaven. Zoals de overgang naar duurzame energie, de toekomst van het platteland en woningbouw die klaar is voor de toekomst. Voor ons waterschap is de vraag wat ons aandeel in het programma zal zijn.

Dat geldt ook voor het klimaatakkoord (U verlaat deze site). De waterschappen hebben  - via de Unie van Waterschappen - aangegeven dat ook zij een bijdrage zullen leveren. Maar hoe die bijdrage eruitziet is nog niet duidelijk.

Een derde voorbeeld is Nederland circulair in 2050 (U verlaat deze site). Hierin staat dat we in 2050 al onze grondstoffen opnieuw moeten gebruiken. Dat geldt voor alle overheden en dus ook voor ons waterschap.

Op het gebied van biodiversiteit is eind 2018 een deltaplan biodiversiteit (U verlaat deze site) opgesteld. Daarin werken we aan een omgeving die zorgt voor veel soorten planten en dieren. Natuurorganisaties, landbouworganisaties, bedrijven en organisaties die kennis ontwikkelen werkten hieraan mee. Aan ons waterschap de vraag: willen wij ook meewerken aan herstel van de biodiversiteit (U verlaat deze site)? En op welke manier?

Voor deze onderwerpen is het beeld van de toekomst dus al landelijk bepaald. Het algemeen bestuur zal moeten beslissen wat ons waterschap met deze onderwerpen gaat doen.

Omgevingswet

Vanaf 2021 geldt de nieuwe Omgevingswet (U verlaat deze site). In deze wet staan regels over het werken in de omgeving waarin we leven. Als mensen straks willen weten of ze ergens een vergunning voor nodig hebben, kunnen ze terecht bij één loket. De regels veranderen ook: van ‘nee, dit mag niet, tenzij’ naar ‘ja dit mag, als je maar wel hier op let’. Overheden gaan elkaars gegevens gebruiken.

Dit alles betekent dat overheden beter gaan samenwerken. En vooraf meer en sneller gaan overleggen, zodat ze tot dezelfde keuzes komen. Het algemeen bestuur van een waterschap zal dan niet meer aan het einde van een proces een eindbeslissing nemen. In plaats daarvan zullen ze aan het begin van een proces de lijnen uitzetten voor het dagelijks bestuur en de organisatie. Zonder dat ze vooraf precies weten wat het eindresultaat zal zijn.

Een mooi voorbeeld zijn de plannen van provincies en gemeenten voor de inrichting van hun gebied. Zij zijn verplicht om deze ‘Omgevingsvisies’ voor de toekomst te maken. Het waterschap is dat niet verplicht. Maar we willen wel dat provincies en gemeenten water een goede plek geven in hun plannen. Daarom moeten we een manier vinden om het belang van water onder de aandacht te brengen.

Regionaal samenwerken

Het wordt steeds drukker in de Randstad. Dat vraagt om meer woningen. In de Metropoolregio Amsterdam en Utrechtse werken we samen met andere overheden. We zorgen dat in alle plannen rekening wordt gehouden met de opvang en afvoer van water. En met de daling van de bodem.

Gebiedsgericht werken

We werken steeds vaker 'gebiedsgericht'. Dat doen we om overlast bij inwoners zoveel mogelijk te beperken. En om goedkoper en slimmer te werken, samen met andere overheden. Een voorbeeld: bij het versterken van een dijk pakken we niet langer een hele dijk in 1 keer aan. In plaats daarvan:

  • Verdelen we het werk in kleinere stukken.
  • Leggen we tegelijk een natuurvriendelijke oever aan.
  • Verbeteren we ook meteen de afvoer van water uit de polder naast de dijk.
  • Werkt de gemeente gelijktijdig aan de weg naast de dijk.

De vraag aan het nieuwe bestuur is: moet deze manier van werken ook gevolgen hebben voor onze eigen manier van besluitvorming? Of voor de taakverdeling binnen het dagelijks bestuur?

Democratie

De relatie tussen bewoners en overheid verandert. Bewoners nemen vaker zelf het initiatief. Ze willen meebeslissen en verwachten dat de overheid daarin meewerkt. Inwoners verwachten een overheid die op een open manier werkt.

Overheden kunnen het niet alleen. Ze verwachten van inwoners dat zij meehelpen. Bijvoorbeeld om hun woning of wijk aan het veranderde klimaat aan te passen. Voor het algemeen bestuur betekent dit dat we op zoek moeten naar nieuwe manieren om met inwoners om te gaan. En dat we na moeten denken over nieuwe manieren van besluitvorming.

Vragen voor het bestuur

  1. Hoe gaan we om met 'gebiedsgericht werken' waarbij we ons werk zoveel mogelijk combineren met werk door andere partijen?
  2. Hoe moeten algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de organisatie samenwerken? Hoe moet het algemeen bestuur zijn rollen (als kadersteller, controleur en volksvertegenwoordiger) uitvoeren en wat is daarvoor nodig?
  3. Hoe stelt ons waterschap zich op als partner in de samenwerking met andere partijen? Hoe organiseren we dat? Wanneer nemen we initiatief en wanneer zijn we juist alleen adviseur?
  4. Met welke partijen moeten we samenwerken en welke zijn het belangrijkst? Wat willen wij bereiken met die samenwerking en wat is onze rol?
  5. Op welke thema's willen wij actief deelnemen binnen de Unie van Waterschappen?
  6. Hoe kunnen we inwoners meer invloed geven op wat er in hun omgeving gebeurt?

Meer lezen?